Een bespreking van de neutraliteit van techniek 2/2

Technologische ontwikkelingen vragen om bezinning. Zo’n bezinning kan op verschillende manieren aangevlogen worden, één van die manieren is door te reflecteren op de neutraliteit van techniek. Aankomende tijd neemt Techthics commissielid content & onderzoek, Bart Leenman ons mee in twee delen over de neutraliteitsthese van techniek.

1. Wat houdt de neutraliteitsthese precies in, en wat is Techthics’ visie hierop?

2. Verdiepende boekbespreking: Die Frage nach der Technik van de Duitse filosoof Martin Heidegger.

Deze bijdrage vormt deel 2 van het tweeluik.

Verdieping boekbespreking: Die Frage nach der Technik

In het vorige artikel: “Een bespreking van de neutraliteit van techniek 1/2“, is de visie van Techthics op de neutraliteit van techniek besproken. Allereerst door een historische context van techniek te schetsen en te demonstreren dat de discussie omtrent de neutraliteit van techniek wederom relevant is geworden. Vervolgens zijn de kritische visies op de neutraliteit van techniek besproken en is de menselijk rol in verhouding tot techniek behandeld.

In dit artikel (2/2), wordt een kritische visie op techniek besproken aan de hand van het boek: ‘Die Frage nach der Technik’ (1954). Dit is een kort maar complex boek van de Duitse filosoof Martin Heidegger en raakt de kern van Heideggers metafysica. Heideggers vraag naar het wezen van de techniek is een ontologisch-metafysische vraag, wat betekent dat Heidegger op zoek gaat naar het ‘zijn’ van techniek.

Het instrumentele en de causaliteit
Het wezen van de techniek kan men niet ontdekken indien men de filosofische vragen omtrent het zijnswezen van techniek niet stelt. De vraag naar ‘wat is techniek?’ is dus allereest een vraag naar ‘wat het is?’ (essentie) en ‘wat het betekent om te zijn’ (existentie). Het bevraagt dus wat bestaat er (existentie), en waarom bestaat dat (essentie).

Het wezen van de techniek kan men niet ontdekken indien men de filosofische vragen omtrent het zijnswezen van techniek niet stelt. De vraag naar ‘wat is techniek?’ is dus allereest een vraag naar ‘wat het is?’ (essentie) en ‘wat het betekent om… Klik om te Tweeten

Het eerste antwoord dat men wellicht te binnen schiet is dat techniek een middel is om een doel te bereiken: het is een instrument. Ongetwijfeld schuilt hierin een kern van waarheid, maar toch is dit antwoord niet volledig. De vraag naar de essentie blijft achterwege. Om een antwoord te zoeken op deze vraag moeten we de vraag stellen wat dan ‘het instrumentele’ is? Zoals vastgesteld is een instrument een middel tot een doel; een oorzaak tot een gevolg. Het instrumentele is daarom verbonden aan oorzakelijkheid ofwel causaliteit.

Heidegger brengt een klassieke vierdeling aan als het gaat om causaliteit. (1) Allereerst is er de causa materialis; het materiaal. (2) Als tweede de causa formalis; de vorm. (3) Ten derde de causa finalis; het doel en tot slot (4) de causa efficiens; die het effect bewerkstelligt. Neem bijvoorbeeld een drinkglas: (1) De causa materialis van een drinkglas zijn de moleculen die het drinkglas tot het materiaal ‘glas’ maken. (2) De causa formalis van het drinkglas is meestal langwerpig, doorzichtig, etc. (3) De causa finalis is om er drinken in te doen. (4) De causa efficiens is iemand die uit het glas drinkt. Het drinkglas is dus een instrument, maar dit instrumentele vormt niet het wezen van dit glas, dat doen de vier causaliteiten.

Waar het materiaal en de vorm vooral medeschuldig zijn aan het ‘ding’, zijn het doel en de bewerkstelliging vooral medeschuldig aan het ‘doeleinde’. De vier verschuldigde oorzaken van het object zijn daarom de aanleiding voor het ‘zijnswezen’ van dat object. Het object ontleden en de oorzaken op deze manier zichtbaar maken, heet tevoorschijn brengen. Dit tevoorschijn brengen noemt Heidegger ontbergen. Ontbergen staat bij Heidegger in verbinding met waarheid (aletheia). Waarheid is hier datgene wat zichtbaar gemaakt wordt (ontbergt) vanuit de verborgenheid. Wat Heidegger hiermee bedoelt te zeggen is dat het niet voldoende is om te zeggen dat het wezen van techniek instrumenteel is, omdat instrumentaliteit vier oorzaken kent die het zijnswezen van de techniek vormen en het ware karakter van techniek tevoorschijn brengen.  Het technische artefact verbergt daarom een waarheid die verdergaat dan het instrumentele karakter van een technisch artefact. De uitspraak “Techniek is neutraal want het functioneert enkel als een instrument” is volgens Heidegger oppervlakkig. In plaats daarvan moet er uitgezocht worden wat het instrumentele dan is.

De moderne Techniek
Dat een simpel object zoals een glas vier causaliteiten heeft die ten grondslag liggen aan het wezen van dat object kan nog als evident overkomen, maar wat kan men beschouwen als het wezen van moderne techniek?

Volgens Heidegger maakt de moderne techniek gebruik van opvorderen. Hiermee bedoelt hij dat moderne techniek energie eist van haar bronnen en deze bronnen bestelt. Een voorbeeld dat Heidegger hierbij gebruikt is dat een antiek waterrad louter ontbergt; in de zin dat het water gebruikt om het rad te laten draaien, maar het water of de energie van het rad worden niet opgeslagen, het is dus niet besteld. Het delven van erts uit de aardbodem is voor Heidegger een andere situatie. Hierin wordt de aardbodem besteld als vindplaats om erts te delven. De aardbodem ontbergt zich dus niet louter, maar wordt als het ware besteld om erts te delven. Op deze manier wordt de bodem opgevorderd als ertsvindplaats, het erts op zijn beurt is opgevorderd voor uranium, uranium voor atoomenergie en atoomenergie voor vernietiging of vreedzaam gebruik. Met andere woorden: erts wordt dus nooit simpelweg gedolven vanwege het erts zelf, maar omdat het besteld is. Het uiteindelijke object dat tegenover ons staat, bijvoorbeeld de kerncentrale, is dus niet louter een object, maar is op zijn beurt besteld tot het leveren van kernenergie. Deze continue staat van bestelbaarheid (objecten die altijd bestelbaar zijn, d.w.z. die altijd een ander doel dienen) noemt Heidegger het bestand. Moderne techniek functioneert volgens dit bestand, wat dus zoveel betekent dat elk object ten dienste staat van een nieuw object omdat het daardoor besteld is. Door deze continue staat van het bestand worden de objecten vreemd voor ons en raken we verder verwijderd van de waarheid van een object. Hierdoor gebruiken we steeds vaker technieken waarvan we niet weten wat het ‘zijnswezen’ van deze techniek is. Het wordt dus steeds ingewikkelder om de waarheid van het technische object te herleiden tot haar vier oorzaken.

Een bespreking van de neutraliteit van techniek: Dat een simpel object zoals een glas vier causaliteiten heeft die ten grondslag liggen aan het wezen van dat object kan nog als evident overkomen, maar wat kan men beschouwen als het wezen van… Klik om te Tweeten

De mens
Wat is nu de rol van de mens in dit alles? Volgens Heidegger is dat als volgt: het is juist te stellen dat de mens de uiteindelijke ‘besteller’ is, maar Heidegger beargumenteert dat de mens hiermee niet het wezen van het object bepaalt. Dit komt volgens hem, omdat de mens op zijn beurt evengoed besteld is; waardoor de mens op zijn beurt evengoed wordt opgevorderd. “De houtvester die in het bos de omgehakte bomen opmeet en ogenschijnlijk net als zijn grootvader op dezelfde manier dezelfde bospaden bewandelt, is vandaag de dag door de houtverwerkingsindustrie besteld, of hij dat nu weet of niet.” (Heidegger, De vraag naar de techniek, 19.)

Hierdoor ontstaat er dus een situatie van het bestand waarin technische artefacten op zichzelf al besteld zijn zonder dat daar direct een menselijke hand in te vinden is. De mens maakt in deze situatie deel uit van het Gestel, waarmee Heidegger doelt op het appèl dat op de mens wordt gedaan om wat zich ontbergt als bestand te bestellen. De houtvester in het bos is dus evengoed besteld als het hout zelf, hij is onderdeel van het gestel. Hierdoor is het zeer moeilijk voor de mens om zichzelf neutraal op te stellen ten aanzien van de techniek. De mens kan de rol van het gestel in het menselijk leven echter herkennen en daardoor ook bepalen welke rol het gestel mag innemen in het menselijk leven. Dit is echter geen eenvoudige taak en het valt te betwijfelen of de moderne mens zich nog volledig van het gestel kan bevrijden.

Conclusie

Uit het pleidooi van Heidegger blijkt dat de relatie tussen de mens en de technische artefacten een complexe samenhang kent. Enerzijds is het juist te stellen dat een technisch artefact als instrument kan dienen, anderzijds is verduidelijkt dat ‘het instrumentele wezen’ niet de volledige beschrijving geeft van het zijnswezen van het technisch artefact. Daarom beschrijft het instrumentele wezen niet (de volledige) waarheidvan het object. Deze waarheid wordt, volgens Heidegger, gevormd door het bestellen, het bestand en uiteindelijk het gestel, of in andere woorden: de instrumentaliteit van het object is al dusdanig bepaald door haar omgeving dat zij zelden neutraal is. Met deze kennis wordt duidelijk dat de stelling ‘techniek is neutraal’, moeilijk verdedigbaar is.

De relatie tussen de mens en de technische artefacten kent een complexe samenhang. Enerzijds is het juist te stellen dat een technisch artefact als instrument kan dienen, anderzijds is verduidelijkt dat ‘het instrumentele wezen’ niet de volledige… Klik om te Tweeten


Bronnen:

Heidegger, Martin. De Vraag Naar De Techniek. Edited by Henk Hoeks. Translated by Mark Wildschut. Nijmegen: Uitgeverij Vantilt, 2014.

Back to Top