Hoe bemiddelt mijn bril?

Don Ihde over de relaties tussen mens en techniek 

In een geschrift van Plato staat het verhaal van de Egyptische god Theut die één van zijn kunsten – het letterschrift – aanprees bij de Egyptische koning. Die was op zijn beurt echter niet zo gecharmeerd van deze vondst. Want, zo meende hij, het geheugen van de mensen zou door het letterschrift verminderen en het zou slechts leiden tot waanwijsheid in plaats van echte wijsheid.  

Het punt wat Plato hier benoemt, heeft nog niets aan actualiteit verloren in onze technologische samenleving. Integendeel. Dat wetenschap en techniek ons leven ingrijpend hebben veranderd, behoeft geen betoog. De komst van elektrisch licht rond het einde van de 19e eeuw maakte onze dagindeling onafhankelijk van de seizoenen. En meer recent heeft de komst van het internet de manier van communiceren, kopen en verkopen volledig getransformeerd.  

Maar hoe kunnen we deze relatie tussen mens en techniek verder onder woorden brengen? En hoe beïnvloedt technologie de relatie tussen de mens en de buitenwereld? Verschillende techniekfilosofen hebben geprobeerd antwoorden te formuleren op deze vragen. In dit artikel zoomen we kort in op de techniekfilosoof Don Ihde (1934). Zijn denkwerk geeft een raamwerk om de verschillende mens-techniek relaties te ontrafelen en verder te analyseren. In dit eerste deel van een tweeluik zoomen we in op de vraag welke relaties de mens aanknoopt met techniek. In een vervolgartikel wordt ingegaan op een ander centraal concept in het denken van Ihde: de intentionaliteit van techniek. 

Techniek: tussen mens en wereld 

Ihde denkt in termen van relaties. De mens wordt gevormd doordat hij interactie heeft met de buitenwereld en vice versa. We horen niet slechts, we horen iets. We zien niet zomaar, we zien iets. Je zou dus kunnen zeggen dat in een pikdonker vacuüm het bestaan van de mens goeddeels betekenisloos wordt.    

Centraal in Ihdes denken is dat techniek deze relatie tussen mens en omgeving beïnvloedt en nieuwe relaties mogelijk maakt. Volgens Ihde zijn er grofweg drie manieren waarop de mens een relatie aan kan gaan met techniek: 

  1. Techniek als bemiddelaar tussen mens en wereld;  
  1. Een relatie met de techniek an sich, de zogenaamde “alteriteitsrelatie”;  
  1. Een achtergrondrelatie.  

Wat bedoelt Ihde precies met deze mens-techniek relaties? 

Techniek als bemiddelaar 

In deze mens-techniek relatie is techniek de bemiddelaar, de intermediair tussen de buitenwereld en de mens. Techniek kruipt als het ware tussen mens en wereld in en veroorzaakt een wederzijdse beïnvloeding. Deze relatie zou schematisch weergegeven kunnen worden als: ik – technologie – wereld. Dit schema kan volgens Ihde echter verder verfijnd worden door twee manieren van bemiddeling te onderscheiden: de embodiment en de hermeneutische relatie. Hieronder leggen we uit wat er bedoeld wordt met deze termen. 

Embodiment relatie 

In de embodiment relatie vormt techniek als het ware één geheel met de waarnemer. Neem bijvoorbeeld het dragen van een bril. Dit zorgt ervoor dat een slechtziende zijn omgeving beter kan waarnemen. Maar ook het tandartshaakje waarmee de tandarts voelt of er gaatjes in het gebit zitten, is een voorbeeld van een embodiment.  Schematisch kan deze relatie weergegeven worden als: (ik-techniek) à wereld 

Om succesvol te zijn als embodiment, moet een technologie een zekere mate van transparantie hebben. Het moet niet de aandacht voor zichzelf opeisen, maar slechts een venster bieden op de buitenwereld of bepaalde aspecten daarvan. Een bril met ondoorzichtige glazen sluit embodiment bijvoorbeeld op voorhand uit. Het succes staat of valt verder met de vaardigheid die vereist is om het technologische artefact te hanteren. In een perfecte embodiment relatie, doet techniek geen beroep op “expliciete kennis”, maar slechts op “impliciete kennis”. Het technologische artefact wordt als het ware blindelings gehanteerd, denk bijvoorbeeld aan de troffel in de hand van een ervaren metselaar. 

Hermeneutische relatie 

Een tweede vorm van technologische bemiddeling vindt plaats via de zogenoemde hermeneutische relatie. Ook in deze relatie vormt technologie een laag tussen mens en buitenwereld. De technologie is echter niet transparant, maar onthult juist een aspect van de werkelijkheid wat zich buiten het bereik van onze zintuigen bevindt.  Schematisch zou de hermeneutische relatie weergegeven kunnen worden als: ik à (technologie – wereld).  

Het maken van een interpretatieslag is dus kenmerkend voor de hermeneutische relatie. Neem bijvoorbeeld een thermometer. De thermometer geeft wel een getal weer, maar dit is iets heel anders dan het daadwerkelijk voelen van warmte of kou. Of neem een MRI-scan: om van het gemeten elektromagnetische veld een afbeelding van de breinactiviteit te maken, is specifieke kennis vereist.  

Wat zijn de praktische implicaties van een dergelijke technologische bemiddeling? De belangrijkste is ongetwijfeld dat ze zorgt voor een transformatie van onze waarneming. Een waarneming die door bemiddeling van techniek tot stand is gekomen, is anders dan een “waarneming met het blote oog”. Uiteraard zal deze transformatie bij de ene technologie sterker zijn dan bij de andere. Toch zorgt bemiddeling er altijd voor dat bepaalde aspecten van de werkelijkheid benadrukt worden, en andere juist afgezwakt worden. Techniek als bemiddelaar is daarmee per definitie niet neutraal. 

Een schrijver als Cees Zweistra past het voorgaande toe in een praktische context. In zijn boek “Verkeerd verbonden” beargumenteert hij dat sociale media resulteren in een fundamenteel andere communicatie met “de ander” dan een ontmoeting in een fysieke setting. Sociale media scheppen, zo is zijn argument, de randvoorwaarden om de ander op afstand te houden.  

Alteriteitsrelatie 

Behalve de bemiddelende rol die techniek kan spelen tussen het ik en de ander, kan techniek ook de rol op zich nemen van de quasi-ander. Dit wordt door Ihde de alterity relation genoemd. Techniek lijkt zich te gedragen als een andere persoon. Neem bijvoorbeeld chatbots of de spraakassistenten van Amazon en Google. Het lijkt dat we communiceren met een ander, terwijl we in werkelijkheid tegen een computer aanpraten.  Schematisch kan de alteriteitsrelatie worden weergegeven als: ik à technologie ( – wereld). De “wereld” in de zin van de ander als persoon, verdwijnt dus naar de achtergrond, waarbij de plaats volledig ingenomen wordt door technologie. Waar een embodied technologie zich als het ware vereenzelvigd met het “ik”, neemt een techniek in een alteriteitsrelatie de rol over van “de ander” of “de buitenwereld”. 

Het succes waarmee technologie een alterititeitsrelatie tot stand brengt, hangt af van hoe goed de technologie de quasi-ander simuleert. Zeker op dit gebied heeft de (digitale) technologie een enorme sprong gemaakt in de afgelopen decennia. De toepassingsmogelijkheden die dit gecreëerd heeft, zijn gigantisch. Variërend van toepassingen als een robotkat die geknuffeld en geaaid kan worden door dementerende ouderen, tot synthetic media en deepfake technologie waarmee de waarnemer – willens en wetens – om de tuin geleid wordt. Zo ging in april 2021 het gerucht dat parlementariërs in verschillende landen met een deepfake van de rechterhand van de Russische oppositieleider Navalny gesproken hebben. Hoewel uiteindelijk bleek dat een ouderwetse pot schmink volstond, illustreert het welke nieuwe manieren van leugen en bedrog een “alteriteitstechnologie” kan creëren.   

Achtergrondrelatie 

De derde en laatste mens-techniek relatie die Ihde identificeert is de achtergrondrelatie (background relation). Techniek in een achtergrondrelatie vormt hooguit de context van onze ervaring, zonder bewust te worden waargenomen. Schematisch kan de achtergrondrelatie worden weergegeven als: ik  – (technologie/wereld). Voorbeelden van technologieën die een achtergrondrelatie tot stand brengen, zijn een koelkast die zacht zoemend op de achtergrond zijn werk doet. Of de thermostaat die, zonder dat wij er actief bewust van zijn, de temperatuur in de woning reguleert. Techniek in een achtergrondrelatie heeft een sterk transformerend karakter. Men wordt zich dit pas echt bewust wanneer de techniek stopt met functioneren. In de novelle “The Machine Stops” van E.M. Forster verloopt het leven van Vasthi wrijvingsloos door een scala aan technologische functionaliteiten van The Machine. Tot op een goede dag The Machine hapert, het (achtergrond)gebrom van de machine verstomt, en er totale chaos uitbreekt in de ondergrondse steden van The Machine.  

De verschillende mens-techniek relaties die Ihde onderscheidt zijn praktisch toepasbaar op een specifieke technologie. Met andere woorden: deze relaties zijn behulpzaam in het analyseren hoe een specifieke technologie onze relatie met de werkelijkheid beïnvloedt. Zo helpt het denkwerk van Ihde om technologie, zoals chatbots spraakassistenten of deepfakes, die zich aandienen als de quasi-ander niet te verwarren met de ander van vlees en bloed. Daarnaast maakt het bijvoorbeeld onmiddellijk duidelijk dat interactie via de bemiddeling van social media wezenlijk anders is en blijft dan een ontmoeting in de fysieke ruimte. 

In voorgaande alinea blijft de analyse beperkt tot een specifieke technologie. Om in de woorden van Ihde te blijven: we houden ons hier bezig met de micro-perceptie van technologie. Maar wat doet technologie op hoger niveau met onze blik op de werkelijkheid, met onze macro-perceptie?  Daarover meer in een volgend artikel.  

Dit artikel is geschreven door Jakob Maljaars, commissie content & onderzoek Techthics

Back to Top