Ik zie, ik zie wat jij ook ziet?

Don Ihde over de relatie tussen techniek en maatschappij 

In een voorgaand artikel “Hoe bemiddelt mijn bril?” hebben we – aan de hand van het denkwerk van de techniekfilosoof Don Ihde – gezien op welke manieren technologie zich tussen mens en buitenwereld kan innestelen. Tegelijk doet technologie op hoger niveau ook iets met de menselijke waarneming. In dat geval niet allereerst met de sensorische waarneming, maar vooral op de manier waarop waarnemingen geïnterpreteerd worden. Ihde noemt dit de macro-perceptie. Deze macro-perceptie is vooral relevant om patronen te ontdekken in de relatie tussen techniek enerzijds en cultuur en maatschappij anderzijds. 

Instrumentalisme 

Er zijn grofweg twee uitersten te ontdekken in de vraag hoe techniek en maatschappij zich verhouden. Aan de ene kant is er het instrumentalisme. In deze opvatting is technologie slechts een middel, een instrument om een bepaald doel te bereiken. Techniek is dus neutraal, het is de gebruiker die technologie goed of fout hanteert. Deze visie is kernachtig verwoord door de Duits/Amerikaanse raketwetenschapper Wernher von Braun: “Science does not have a moral dimension. It is like a knife. If you give it to a surgeon or a murderer, each will use it differently. Should the knife have not been developed?”1  

Substantivisme 
Aan de andere kant van het spectrum is er het substantivisme: technische ontwikkelingen zijn autonoom – eenmaal in gang gezet, is er geen weg terug. Technologische ontwikkeling heeft in deze visie dus een onomkeerbare invloed op de maatschappij. Technologische ontwikkelingen nemen zogezegd de maatschappelijke ontwikkelingen op sleeptouw.  

Multistabiliteit 

Zowel het standpunt van de instrumentalist als die van de substantivist zijn niet volledig bevredigend volgens Ihde. Hij schetst een tussenweg die neigt naar het substantivisme, maar waarin – hoe kan het anders – de wisselwerking tussen techniek en cultuur centraal staat. Aan de ene kant benadrukt Ihde dat techniek zijn betekenis ontleent aan een specifieke context. Techniek zonder omgeving is betekenisloos. Ze krijgt slechts betekenis wanneer het daadwerkelijk gebruikt wordt. Hierin zit vaak een zekere ambiguïteit: een mes kan gebruikt worden tijdens een chirurgische operatie, maar ook om iemand neer te steken. Ihde noemt dit verschijnsel de multistabiliteit van techniek. Hij illustreert dit concept aan de hand van de Necker kubus, zie afbeelding. Deze kubus kan op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Kijken we tegen de onderkant of de bovenkant van de kubus aan? Is de figuur eigenlijk wel een kubus? Is het misschien niet een insect met zes poten in een tweedimensionaal web?  

Volgens Ihde is dit visuele voorbeeldje exemplarisch voor de verschillende manieren waarop een techniek gehanteerd en geïnterpreteerd kan worden. Techniek is dus stabiel in verschillende verschijnings- en gebruiksvormen. Het is de context die techniek een bepaalde vorm van “stabiliteit” geeft. 

Technologische intentionaliteit 

Deze analyse van Ihde brengt hem niet in het kamp van de instrumentalisten. Techniek, zo betoogt Ihde, heeft een zekere robuustheid waarmee een gebruiker in een bepaalde richting gedwongen wordt. Ihde noemt dit technologische intentionaliteit. Techniek geeft een raamwerk voor menselijk handelen en legt daarmee bepaalde grenzen op aan het menselijke handelen. Als voorbeeld gebruikt Ihde hier de vulpen versus de typemachine. Het schrijven met een vulpen gaat langzaam. Gedurende het schrijven kunnen de geschreven woorden overdacht worden. Die tijd is er bij de typemachine niet. Het resultaat is dat een tekst geschreven op een typemachine of word-processor waarschijnlijk veel meer op spreektaal lijkt dan een handgeschreven tekst.  

Culturele intentionaliteit 

Technologie oefent ook op cultureel-maatschappelijk niveau invloed uit. Juist op dit niveau leidt het totaal van de technologische verworvenheden tot een bepaalde ingesleten manier van denken. Don Ihde noemt dit de culturele intentionaliteit van techniek, hierbij onderscheidt hij een aantal intenties: 

  1. Pluriculturalisme: techniek heeft een ongekende uitwisseling tussen culturen tot stand gebracht. We hoeven bijvoorbeeld maar een willekeurige nieuwssite te openen en we zien afbeeldingen of beeldmateriaal van totaal andere culturen. Of neem video-conferencing: het ene ogenblik kun je bellen met iemand uit de VS, terwijl je een minuut later in een meeting zit met iemand uit China. Het gevolg van dit pluriculturalisme leidt – in tegenstelling tot het multiculturalisme, waarin meerdere culturen naast elkaar bestaan – tot een smeltkroes van culturen waarin elementen uit verschillende culturen nauw met elkaar verweven zijn tot een nieuw geheel. 
  1. De decisional burden: techniek opent mogelijkheden die er voorheen simpelweg niet waren. Tegelijkertijd creëert techniek daarmee keuzemomenten: wil ik wel of niet van de mogelijkheid gebruik maken die techniek biedt. Vooral rond de geboorte en het levenseinde zien we welke complexe vragen nieuwe keuzemogelijkheden die techniek biedt, oproept. 
  1. Nauw gerelateerd aan het voorgaande is de contingentieContingentie is de tegenpool van het begrip noodzakelijkheid en geeft dus aan dat een bepaalde toestand – afhankelijk van bijvoorbeeld de gemaakte keuzes – ook best anders had kunnen zijn. Veel zaken die eerder als gegeven aangenomen werden, zijn nu controleerbaar of beïnvloedbaar door techniek. Bij deze intentie is het dus aan ons om de juiste keuzes te maken en daarmee de ideale situatie te creëren.  

Overdenking 

Deze analyse van de culturele intentionaliteit van techniek biedt handvatten in de verdere doordenking van ethische aspecten. Zo reikt het concept van multistabiliteit bijvoorbeeld een kader aan voor vroegtijdige signalering van ongewenst gebruik van een technologie. Wellicht is het nog niet eens zo’n gek idee – zeker voor (christen-)ingenieurs – om tijdens een ontwerpproces een momentje te brainstormen rondom het begrip multistabilitiet. Het lijkt haast een gemiste kans om het denkwerk van Ihde hier ongebruikt te laten liggen. Datzelfde geldt voor Ihde’s denkwerk over de intentionaliteit van techniek. Wordt de complexiteit van de moderne maatschappij wellicht niet mede bepaald door de decisional burden en de contingentie die techniek met zich meebrengt? Pleit dit juist niet voor een deugd als matigheid en tevredenheid, zonder onszelf rusteloos te laten voortjagen door de vraag of we wel de meest optimale keuze gemaakt hebben om ons genot of gemak in het hiernumaals te maximaliseren?  

Dit artikel is deel twee van een tweeluik over Don Ihde geschreven door Jakob Maljaars, commissie content & onderzoek Techthics.  

Back to Top