Techniek en christendom
Heb je je ooit afgevraagd: zal er op de nieuwe hemel en aarde nog techniek zijn? Waarschijnlijk is je eerste reactie: ‘Nee, natuurlijk niet’. Ons antwoord op deze vraag laat veel zien over hoe we naar techniek kijken. We kunnen ons een leven zonder moderne techniek niet voorstellen. Er is zoveel techniek dat we er ons zelfs vaak niet bewust van zijn. Hoe we naar techniek kijken heeft veel te maken met hoe we er als christenen mee omgaan. De ingenieur en filosoof Egbert Schuurman dacht als christen veel na over techniek en schreef veel over een christelijke visie op techniek. In dit stuk wil ik de hoofdlijnen van zijn denken uiteenzetten.
Eén van de problemen is dat we denken dat techniek neutraal is. Met neutraal bedoelen we dat het maar net is hoe je het gebruikt, voor iets goeds of iets slechts. Neem bijvoorbeeld een mes, het is in zichzelf niet goed of fout, het is maar net hoe je het gebruikt: je kunt er iemand mee neersteken of brood snijden. Dit gaat voor een mes nog wel op, maar voor complexere techniek klopt dit niet. Neem bijvoorbeeld algoritmes, deze worden op een bepaalde manier gemaakt. Door de keuzes die bij het maken van dat algoritme gemaakt worden, is het algoritme zelf nooit neutraal. Zo worden bijvoorbeeld bepaalde mensen gediscrimineerd bij het gebruik van dit algoritme. Al wil je het dus gebruiken voor iets goed, dan werkt het alsnog iets verkeerds uit. Dit maakt duidelijk dat het niet alleen uitmaakt hoe je techniek gebruikt, maar dat het ons leven dus dieper beïnvloed dan we vaak denken en dat we hier kritisch op moeten zijn.
In onze tijd is dat extra lastig omdat moderne techniek, die gebaseerd is op de wetenschap, erg complex is. Vergelijk een boer met een ploeg achter een rund eens met ChatGPT. Die tweede is veel complexer om te begrijpen en verantwoordelijk gebruik van te maken. Ook kunnen we veel meer met de moderne techniek waardoor de gevolgen ervan nog veel groter zijn. Denk bijvoorbeeld aan het milieuprobleem. Dat we het milieu op verschillende manier en op grote schaal aantasten was met klassieke techniek simpelweg niet mogelijk. Klassieke techniek ontwikkelde zich langzaam en men gebruikte natuurlijke materialen als hout en steen en was voor energie afhankelijk van de inspanning van mensen en dieren. Daarnaast was de klassieke techniek afhankelijk van de mens die het bediende en niet geautomatiseerd zoals veel moderne techniek. Tot slot was de mens direct betrokken bij de ontwikkeling en gebeurde dit dicht bij de praktijk. De moderne techniek, is dus veel complexer wat het moeilijk maakt er op een verantwoordelijke manier mee om te gaan.
Maar is techniek, en al helemaal moderne techniek, dan verkeerd? Mogen we daar als christenen geen gebruik van maken? Nee zegt Schuurman, we mogen daar zeker gebruik van maken, ook van de moderne techniek. Het probleem zit hem niet zozeer in de techniek zelf maar in de cultuur, in onze visie op de wereld. In onze cultuur denken we technicistisch, stelt Egbert Schuurman. Dat wil zeggen dat we onze problemen automatisch zien als technisch-wetenschappelijke problemen die we, vertrouwend op ons eigen denken, met techniek kunnen oplossen. Meer innovatie, nog efficiëntere en betere techniek zal het probleem wel oplossen. Maar is dat wel zo?
De dingen hebben hun betekenis. Als Sodom en Gomorra in onze tijd omgekeerd zouden worden, zouden wij dan denken aan het ingrijpen van God? Waarschijnlijk niet. We zouden het uitleggen als een verschrikkelijke natuurramp en daarmee zou alles gezegd zijn. Dat laat zien hoe hardnekkig we opgesloten zitten in het binnenwereldse perspectief en hoe moeilijk we daarbovenuit getild worden. Ik bedoel niet dat we met makkelijke verklaringen moeten komen over waarom iets zou gebeuren in het leven van een ander. Nee, we moeten erg voorzichtig zijn met het toeschrijven van gebeurtenissen aan het bijzondere ingrijpen van God, helemaal als het gaat om gebeurtenissen in de levens van anderen [denk aan de vrienden van Job & Joh. 9:1-3]. Laten we het bij ons eigen leven houden. Persoonlijk schrik ik er dan van hoe weinig ik me de vraag nog stel wat God precies wil zeggen door alle dagelijkse gebeurtenissen in mijn leven heen. Bij een nieuwe collega denk ik niet: ‘waarom zou God hem of haar op mijn pad brengen?’, nee ik ga een oordeel vormen en voor ik het weet schrijf ik iemand af. Zo handelen we ook in de techniek; alsof God er niets mee te maken heeft. Vaak accepteren we het onbedachtzaam en rennen we met de rest van de samenleving mee.
Gelukkig geeft Gods woord ons een ander perspectief. We hebben de opdracht de wereld te bouwen en te bewaren [Gen. 2:15 & 3:23]. Techniek heeft dus een plaats in Gods schepping. Als mens hebben we ook de opdracht de natuur vorm te geven met onze gereedschappen, de mogelijkheid om dat te doen heeft God in de schepping gelegd [Job 28:9-11]. Als christen kunnen we dus niet de techniek op zichzelf afwijzen, we hebben zelfs de opdracht deze mogelijkheden in verantwoordelijkheid te gebruiken. Verantwoordelijkheid betekend niet dat we doen wat we zelf denken dat goed is. Nee, in het woord ‘verantwoordelijkheid’ zit ‘antwoord’. Het gaat dus om het beantwoorden aan Gods bedoeling en normen, ook voor de techniek. Techniek moet op een transparante, evenwichtige, harmonische, rechtvaardige, liefdevolle en betrouwbare manier ingezet worden. Zo kunnen we ziekten, honger en armoede bestrijden. Op die manier kan het zelfs bijdragen aan het verminderen van de gevolgen van de zondeval. Maar dan wel altijd in het besef dat de zondeval ook doorwerkt in de techniek en data deze dus altijd ‘doornen en distelen’ zal voortbrengen [Gen. 3:18]. Juist door dit diepe besef, zal een christen geen verlossing verwachten van de techniek zelf. De nieuwe hemel en de nieuwe aarde komen er niet door onze inzet, nee, die komen er ondanks ons [Openb. 21:1-2]. In dat vertrouwen mag de gelovige, voor Gods aangezicht, zijn werk doen, ook in de techniek.
Dus: zal er op de nieuwe hemel en aarde nog techniek zijn? Net als deze wereld, zal de nieuwe hemel en aarde ook een schepping van God zijn. Het is dus goed mogelijk dat er dezelfde mogelijkheden tot ontplooiing zullen zijn, en dus ook techniek. Maar zoals Schuurman zou zeggen: dat is gelovig fantaseren. Dat mogen we doen, zolang we maar onthouden dat het fantaseren is. Hoe het ook zijn zal, hier op aarde hebben we de taak er verantwoordelijk vorm aan te geven.
Bijdrage door Henk-Jan van den Brink, PhD filosofie aan de Universiteit van Twente en Biochemisch Engineer
