
Gevangen in een technologisch kader?
Boekbespreking Techthics door Bart Leenman
Jacques Ellul: Staand in de wereld van nu: uitdagingen in een postchristelijke beschaving
Utrecht; KokBoekencentrum Uitgever, 2023
191 pagina’s / ISBN 978-90-435-3933-3
Onderstaande uiteenzetting is een samenvatting van het boek gebaseerd op een bespreking door Bart Leenman, Jakob Maljaars en Hugo Peters.
Het is moeilijk voor te stellen wat er door het hoofd moet zijn gegaan van de Franse schrijver Jacques Ellul toen hij kort na de Tweede Wereldoorlog zijn boek publiceerde onder de titel Présence au monde moderne: Problèmes de la civilisation post-chrétienne (1948). Kort na de vernietigingen van de tweede wereldoorlog beschrijft Ellul, op haast profetische wijze, de gevaren van technologische ontwikkelingen en menselijke vooruitgangsdrift van de komende tijd. Ruim vijfenzeventig jaar later bevindt de moderne mens zich midden in de postchristelijke beschaving die Ellul schetst en bevinden wij ons midden in deze gevaren. Staand in de wereld van nu is daarmee relevanter en herkenbaarder dan ooit tevoren!
Technologie en christelijke strijdbaarheid
Techniek is zo oud als de mens zelf. Bovendien is het een essentieel onderdeel van onze wereld. Men dient zich daarom tot de techniek te verhouden. Voor de christen geldt, in haar algemeenheid, dat wij in de wereld zijn, maar niet van de wereld. De mens is daarom, zoals Ellul het zegt, “niet gemaakt om zich af te scheiden, om apart te zitten.” (27) Dat neemt niet weg dat leven in de wereld, een van technologie doordrongen wereld, betekent dat christenen leven in het domein van de duisternis, aldus Ellul. Christenen zijn echter geroepen te midden van deze duisternis: “Jullie zijn het zout van de aarde. Jullie zijn het licht voor de wereld. Ik zend jullie als schapen onder de wolven.” (Mat. 5:13-14; 10:16; Luc. 10:3). In dit opzicht leven christenen in ‘bezet gebied’. Toch is de christelijke houding hierbij, volgens Ellul, niet een houding van overgave, maar een houding van strijdbaarheid.
De Apocalyptische houding
Het tweede element dat Ellul benadrukt is de apocalyptische grondslag die bij de christelijke houding hoort. Zo zegt hij: “Christenen kunnen op de wereld waarin zij leven geen andere visie hebben dan een apocalyptische.” (55) Het complete handelen van de christen wordt bepaald en komt samen in dit ene moment. Dit is niet zozeer een moment in onze chronologische volgorde van de tijd, maar eerder een reeds voltrokken en reeds nog te voltrekken eschatologische tijd – reeds voltrokken omdat Gods heilplan al is voltooid in de kruisiging en opstanding van Christus, reeds nog te voltrekken omdat de apocalyptische werking van het kruis nog bevestigd wordt in de Wederkomst. De mens leeft in dat opzicht tussen altijd vóór en na de Apocalyps, in ‘de tijd die nog overblijft’. Dit christelijke leven kenmerkt zich door de oproep “Wees waakzaam!” Daarmee richt de christen zich niet op een feitelijk moment in de tijd, maar een actieve actuele christelijke houding ten aanzien van deze Apocalyps. Deze grondhouding, voortkomend uit deze verhouding tot de Apocalyps is daarmee een radicaal andere, revolutionaire houding ten aanzien van de wereld.
De revolutionaire houding
Ellul beschrijft de wereld als machine die continu doordendert. Ondanks dat het stopzetten van deze machine als revolutionair kan worden gezien, wijst Ellul op een ander soort revolutie. De machine van het technologisch opportunisme, menselijke maakbaarheid, een ongebreideld vooruitgangsgeloof, dendert ongemoeid door en laat zich niet stoppen door menselijke revoluties. Ongeacht welke revolutie er plaatsvindt (socialistisch, communistisch, democratisch), versnellen deze revoluties slechts het proces dat zij proberen te stoppen. Moderne revoluties, zijn daarom – zoals Karl Marx al beschreef – geen ommekeer van de geschiedenis, maar slecht een versnellingen daarvan. Er bestaat maar één werkelijk revolutionaire houding: de christelijke houding van non-conformisme en passief verzet. Een houding die enkel en alleen mogelijk is dankzij het uitgangspunt van de Apocalyps. De Apocalyps en de reddende werking die hiervan uitgaat, zorgt namelijk voor een werkelijke radicaal andere houding ten aanzien van techniek en de structuren van de wereld, namelijk een houding gegrondvest in de christelijke hoop.
Het doel en de middelen
Om deze radicale en revolutionaire christelijke levenshouding te duiden is het volgens Ellul nodig om de scheiding tussen de middelen en de doelen op te heffen. Het eerste feit van onze moderne (postchristelijke) tijd is dat alles een middel is geworden, gemeenschappelijke doelen bestaan niet meer. Ellul bedoelt daarmee dat alles in het teken staat van het vooruitgangsideaal, maar niemand weet wat deze vooruitgang is, waarom men dit wil bereiken en of de huidige technologische ontwikkelingen daadwerkelijk bijdragen aan vooruitgang. In Elluls woorden: “We zijn elke keer weer blij als er een nieuw geneesmiddel is ontdekt, en we doen eindeloos onderzoek om nog beter te kunnen genezen. Maar waartoe dient het leven dat we zoveel moeite doen om het te bewaren?” (95) “Mensen zijn met astronomische snelheid nergens naartoe onderweg.” (96). Waar er voor niet-christenen dus een scheiding is tussen de doelen en de middelen, en de doelen uit het oog zijn verloren, bestaat deze scheiding voor christenen niet. Het doel van het christendom is al bereikt in Jezus Christus en christenen hebben het doel reeds ontvangen in de genade van God. Daarom hoeft het christelijke leven niet in het teken te staan van een ongebreideld vooruitgangsgeloof of activistische levensfilosofie.
Concrete stappen
Ondanks dat het grootste gedeelte van Elluls boek voornamelijk een abstracte theologische, maar goed leesbare, uiteenzetting is, zijn er een aantal concrete stappen die wij mogen meenemen. Ten eerste begint de christelijke levenshouding met het erkennen en herkennen van de strijdbare houding. Ellul is glashelder als hij stelt dat wij ons bevinden in het domein van de duisternis en daarin geroepen zijn om een teken te zijn. De christelijke levenshouding is dus een levenshouding van geestelijke strijdbaarheid. Ten twee mag de christen berusten in de kennis dat de strijd reeds gestreden en gewonnen is. Het daadwerkelijk revolutionaire karakter van de christelijke strijd is daarom niet activistisch, maar berustend, hoopgevend en liefdevol. De mens is gevangen in een technologisch kader en kan dit kader niet zelfstandig doorbreken. In plaats daarvan, is de christen het zand in de machine; een situatie van passief verzet. Ten derde is de christen geroepen om zich in te zetten voor het Koninkrijk van God. De christen draagt het doel, middels de genade, in zich en mag daar ook naar handelen. Ellul benadrukt daarbij dat ook technologie een onderdeel kan zijn van Gods realiteit, maar dat het nooit een middel is waarmee wij dat Koninkrijk kunnen bereiken of realiseren. Ten slotte is dit alles samen te vatten in drie kernbegrippen: beroep, pelgrimage en christelijke hoop. Beroep in de geestelijke zin van het woord waarin wij onszelf geroepen mogen weten op onze plek in de wereld. Pelgrimage zoals een christen ooit zij “Ik ben op reis naar Gods koninkrijk, maar onderweg maak ik klompen.” En christelijke hoop dat wij in dit alles mogen getuigen van Gods genade en Zijn blijde boodschap mogen delen met de wereld; een lichtend licht en een zoutend zout!
Conclusie
Staand in de wereld van nu is een voorbeeld van klassieke literatuur die in elke christelijke huiskamer te vinden zou moeten zijn. Onze moderne tijd stelt ons voor uitdagingen en we mogen daar niet voor vluchten. Uiteraard zijn er ook kritische opmerkingen te plaatsen bij deze beschouwing en Elluls woorden. Ellul gaat bijvoorbeeld snel voorbij aan het element van rentmeesterschap en menselijke verantwoordelijkheid. Daarnaast wordt de mens radicaal tegenover de wereld gezet. Een houding waar sommige van ons tijdens de bespreking toch voorzichtiger mee waren. Ten slotte voelt Elluls algemene wantrouwen naar alle vormen van instituties (inclusief de kerk) soms anarchistisch aan: een element waar hij gedurende zijn leven zichtbaar, en gezien zijn historische context begrijpelijk, mee worstelde. De spanning tussen in de wereld, maar niet van de wereld staat centraal in dit werk, waarbij de herkenning en erkenning van deze spanning, het begin is om staande te blijven in een wereld anno nu.